Harde realiteit: Wout van Aert confronteert zichzelf vlak voor Roubaix
Wout van Aert staat voor een van de moeilijkste momenten in zijn carrière. Na een zware val in Dwars door Vlaanderen, waarbij hij meerdere ribben brak, een sleutelbeen en borstbeen brak, is zijn voorjaar abrupt tot stilstand gekomen. Parijs-Roubaix – de kasseiklassieker die hem al jaren fascineert en waar hij steeds dichtbij was – zal dit jaar zonder hem verreden worden. En dat besef hakt er diep in.
“Het is ontzettend moeilijk om te aanvaarden,” zegt Van Aert in een openhartig interview. “Ik had dit voorjaar alles op Roubaix gezet. Alles wees erop dat ik in topvorm zou zijn. En dan verandert één moment alles.” De valpartij, ontstaan in volle vaart en veroorzaakt door een aaneenschakeling van pech, zette zijn seizoen in de wachtstand. Niet alleen fysiek, maar vooral mentaal is de klap groot.
De Belg toont zich even kwetsbaar als strijdlustig. “Je stelt jezelf vragen. Was het risico het waard? Had ik dingen anders moeten aanpakken? Maar je kunt het verleden niet herschrijven. Dit is nu mijn realiteit.” Toch weigert hij in slachtofferschap te vervallen. Integendeel: hij probeert de situatie om te buigen naar iets positiefs. “Ik moet nu luisteren naar mijn lichaam, maar ook naar mijn hoofd. Deze pauze dwingt me om opnieuw te herbronnen. Dat kan later misschien net mijn sterkte worden.”
Terwijl ploegmaats zich voorbereiden op de Hel van het Noorden, zal Van Aert toekijken vanuit de zijlijn. Niet als toeschouwer, maar als renner in herstel. “Ik ga er zijn voor de jongens. Ze weten dat ik met hen meeleef. En dat ik er alles aan zal doen om sterker terug te komen.”
Parijs-Roubaix zal dit jaar dus zonder Wout van Aert zijn, maar zijn schaduw zal ongetwijfeld over de kasseien vallen. De renner die al zo vaak pech kende op cruciale momenten, blijft ondanks alles geloven in zijn verhaal. “Roubaix loopt niet weg. Ik ook niet. Ik kom terug. Harder dan ooit.”
De harde realiteit is dat het wielrennen even zonder een van zijn grootste motoren moet. Maar de honger en het vuur in Van Aert zijn niet gedoofd. Ze branden, stil maar hevig, achter de schermen.